Soms stap je een klas binnen en voel je meteen: ‘Dit is niet oké.’
In januari kwam ik in een groep waar de sfeer allesbehalve veilig was. Kinderen reageerden continu op elkaar, met woorden, blikken en soms zelfs door de klas uit te lopen. Er waren kinderen die zich afsloten, kinderen die boosheid gebruikten als bescherming en kinderen die simpelweg niet wisten hoe ze zich staande moesten houden in deze groep.
De kracht van de meerderheid
De leerkracht van deze groep stond voor een flinke uitdaging. Maar hij deed iets heel knaps: hij richtte zich op de grote meerderheid van de groep. In plaats van zich volledig te focussen op de kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte – de luidste stemmen in de klas – werkte hij aan een stevige basis: een veilige en fijne groep voor iedereen.
En met succes!
Een paar weken later zag ik de eerste effecten: minder onrust, minder gedoe en minder boosheid. En gisteren …… zat ik met een grote glimlach in dezelfde groep. De kinderen hadden plezier, hielden rekening met elkaar en er was een warme, veilige sfeer. Wat mij het meest raakte? De kinderen die in het begin het meeste op vielen door hun sterke karakter, boosheid, impulsiviteit of onveilige gevoel hoorden er nu gewoon bij. Er werd rekening gehouden met de kinderen die het lastig hebben in de groep.
Hoe pak je dat aan?
Vanuit de literatuur (Sanson & Havighurst, 2009; Onderwijsraad, 2010) weten we dat het effectief is om preventief te werken, in plaats van steeds in te grijpen op probleemgedrag.
We onderscheiden hierbij drie niveaus:
– Primaire preventie (80% van de groep) – Gericht op de hele groep: een veilig en positief groepsklimaat, zodat problemen minder snel ontstaan.
– Secundaire preventie (15% van de groep) – Extra ondersteuning voor kinderen die moeite hebben met de groepsnormen.
– Tertiaire preventie (5% van de groep) – Intensieve begeleiding voor kinderen die zonder extra hulp niet kunnen functioneren in de groep.

Deze leerkracht heeft zich vooral gericht op de ‘primaire preventie’: de 80% van de kinderen die baat heeft bij duidelijke afspraken, een sterke groepsband en een positieve sfeer én die dit zonder problemen oppakken. Hij maakte samen met de klas een missie: ‘We willen een fijne en gezellige groep zijn en plezier hebben met elkaar.’ Maar hij liet het daar niet bij. De kinderen gingen concreet bedenken: Hoe ben je een fijne klasgenoot? Welke afspraken en welk gedrag horen daarbij?
Door daar steeds de nadruk op te leggen, ontstond er een veilige basis voor de hele groep. De kinderen die in ‘de tertiaire groep’ vielen – met intensieve ondersteuningsbehoeften – mochten zijn wie ze waren, zonder dat ze gedwongen werden om volledig mee te draaien. Maar ook zij voelden zich steeds veiliger.
En dat is precies de kern: een sterke basis maken voor de groep als geheel, zodat de kinderen die het moeilijk hebben ook mee kunnen bewegen.
Vijf concrete tips voor leerkrachten
Wil jij ook werken aan een veiligere groep waarin kinderen die het moeilijk hebben, ook gewoon bij de groep horen? Dit zijn vijf concrete stappen die je meteen kunt toepassen:
Creëer een gezamenlijke missie
Laat de klas samen bepalen hoe ze willen dat hun groep eruitziet. Wat is hun doel? Wat vinden ze belangrijk? Maak dit concreet en zichtbaar in de klas.
Werk met routines en afspraken
Maak afspraken niet alleen zichtbaar, maar oefen ze ook actief. Denk aan simpele regels zoals: ‘Bij een kringopstelling doen we dit in stilte en iedereen hoort erbij’.
Zet structureel groepsvormingsactiviteiten in
Plan bewust momenten in waarin kinderen samenwerken, elkaar beter leren kennen en positieve interacties oefenen. Dit helpt om onderlinge relaties te versterken, doordat kinderen elkaar écht leren kennen.
Richt je op gewenst gedrag
Geef expliciet aandacht aan wat goed gaat. Benoem het, complimenteer het en laat het een voorbeeld zijn voor de rest van de groep.
Gun kinderen hun eigen tempo
Niet ieder kind zal meteen meedoen met groepsactiviteiten. Forceer dit niet. Zorg dat de groep leert: ‘Ook als iemand even op afstand blijft, hoort diegene erbij.’
Door deze aanpak consequent vol te houden, bouw je stap voor stap aan een groep waarin kinderen elkaar niet alleen verdragen, maar echt samen een groep vormen. En het mooiste is: als die basis stevig staat, kun je ook die laatste paar kinderen helpen om zich veilig genoeg te voelen om te groeien.
Kinderen die intensieve ondersteuning nodig hebben
Naast het versterken van de groepsbasis, hebben sommige kinderen extra ondersteuning nodig om zich veilig te voelen en mee te kunnen doen. Dit zijn drie praktische tips voor jou als leerkracht:
Creëer voorspelbaarheid en structuur
Kinderen met een intensieve ondersteuningsbehoefte hebben baat bij een voorspelbare dagindeling en duidelijke verwachtingen. Zorg voor vaste routines en geef op tijd aan wat er gaat gebeuren.
Bied individuele aanpassingen zonder uitsluiting
Soms hebben deze kinderen een andere aanpak nodig, maar zorg ervoor dat ze zich nog steeds onderdeel van de groep voelen. Bijvoorbeeld door ze keuzes te geven in hoe ze deelnemen aan een activiteit, in plaats van ze vrij te stellen.
Stimuleer succeservaringen
Focus op wat wél goed gaat en laat deze kinderen succes ervaren in kleine stapjes. Dit vergroot hun zelfvertrouwen en helpt hen om steeds iets meer mee te doen met de groep.
Met de juiste balans tussen groepsaanpak en individuele ondersteuning kan elk kind, ongeacht de ondersteuningsbehoefte, zich veilig voelen en meedoen in de klas.
En dat is toch wat je wilt bereiken met je groep!