Sociogrammen uittekenen, ik vind het geweldig. Als ik aan het tekenen ben, ontvouwt de groep zich eigenlijk onder mijn handen. Waar ik een paar jaar geleden nog nadacht over waar ik welke naam neer zal zetten, doe ik het tegenwoordig op gevoel. En… dan klopt het altijd!
Al tekenend kan ik dan bedenken: oh! Dit is precies zoals ik de groep ook zie of terugkrijg van de leerkracht en is het dus heel herkenbaar. Maar vaak geeft het ook weer wat we juist niét terugzien in de groep, maar wel ergens voelen.
Het onderwaterprogramma
Dat voelen heeft te maken met het onderwaterprogramma van de groep. Dat wat zich boven de waterlijn afspeelt, zien we. Dit is vaak herkenbaar en te vangen in het benoemen van concreet gedrag of situaties. Wat zich onder de waterlijn afspeelt, in het groepsonbewuste, is vaak veel ingewikkelder. Leerkrachten geven dan vaak aan:
‘Ik merk dat er iets speelt, maar ik krijg er de vinger niet opgelegd wat het dan precies is.’
In het groepsonbewuste zwemmen ‘vissen’ rond. Vissen zijn onuitgesproken gedachten, emoties, irritaties etc. Wanneer daar lange tijd geen of te weinig aandacht voor is, worden die vissen ‘haaien’.
Buitengesloten
Het buitengesloten worden in een groep begint vaak onopgemerkt, als een kleine vis. Een kind dat zichzelf terugtrekt tijdens de pauze, een ander dat steeds alleen lijkt te staan bij groepsactiviteiten, of misschien een kind dat zelden wordt uitgenodigd voor verjaardagsfeestjes. Deze klein signalen onthullen een diepere waarheid: sommige kinderen voelen zich of worden ook daadwerkelijk buitengesloten door de groep.
De pijn van buitengesloten worden is een ervaring die diepe wonden kan achterlaten, zelfs op jonge leeftijd. Buitengesloten worden voelt hetzelfde als fysieke pijn. Het kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid, minderwaardigheid en een gebrek aan zelfvertrouwen. De kinderen die buitengesloten worden gaan zich afvragen wat er mis met hen is, waarom ze niet ‘erbij horen’, en hun eigen waarde in twijfel trekken. Vaak worden deze kinderen de zondebok van de klas. Ontevredenheid of ongenoegen wordt op hen geprojecteerd, waardoor het gevoel van het ‘niet erbij horen’ alleen maar groter wordt.
Het is belangrijk om te erkennen dat buitengesloten worden op jonge leeftijd verstrekkende gevolgen kan hebben. Het kan invloed hebben op de schoolprestaties, het zelfvertrouwen en zelfs de mentale gezondheid van een kind. Studies tonen aan dat kinderen die zich buitengesloten voelen, een hoger risico lopen op angststoornissen, depressie en zelfs suïcidale gedachten. Daarnaast kan het ook hun kijk op sociale interacties voor het leven beïnvloeden. Een kind dat herhaaldelijk buitengesloten wordt, kan moeite hebben met het opbouwen van vertrouwen in anderen, waardoor het voor hen moeilijker wordt om vriendschappen te sluiten en relaties aan te gaan.
Leerkrachten en scholen hebben een belangrijke rol als het gaat om buitensluiten. Het is belangrijk dat zij alert zijn op de signalen van buitensluiting (het sociogram is het middel bij uitstek om dit te gaan ontdekken) en een veilige omgeving creëren waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen.
Het Niet Gevoerde Gesprek
Maar, hoe zorg je nu ervoor dat je die ‘haaien’, dat wat in het groepsonbewuste zit, naar boven krijgt? Want, onder de waterlijn is het vaak spannend. Het zijn dingen die nog niet gezegd zijn, vaak emotionele dingen en spanningen.
In termen van Deep Democracy gaan we het niet gevoerde gesprek aan. We gaan de spanning niet uit de weg, maar gaan het aan. Daar zijn wel drie belangrijke voorwaarden aan verbonden:
- Niemand heeft het monopolie op de waarheid.
- Om in relatie te blijven, moeten we het conflict aangaan.
- Je zult iets leren over jezelf, je zult groeien en dat gaat niet altijd zonder pijn.
Deze voorwaarde bespreek je aan de start van de tool die je in gaat zetten. Het zijn de veiligheidsregels van het gesprek.
Om het niet gevoerde gesprek aan te gaan, en dus een duik onder de waterlijn te nemen, kun je gebruik maken van één van de krachtige tools uit Deep Democracy:
Pijlen gooien
Deze tool wordt gebruikt wanneer er zich een duidelijke polariteit in de groep merkbaar is. Vaak zit daar een emotionele lading op. Aan de een kant staat de ene stelling, waarde of idee. Aan de andere kant het andere.
Bijvoorbeeld:
- In onze groep hoort iedereen erbij. In onze groep hoort niet iedereen erbij.
- In onze groep mogen kinderen altijd meespelen. In onze groep mogen kinderen niet altijd meespelen.
- In onze groep zijn we aardig voor iedereen. In onze groep zijn we niet aardig voor iedereen.
- In onze groep kun je jezelf zijn. In onze groep kun je niet jezelf zijn.
Met de tool Pijlen gooien, zetten we de groep in de ruimte. Aan de ene kant staan de kinderen die zich herkennen in de ene uitspraak (iedereen hoort erbij) , aan de andere kant de kinderen die zich herkennen in de andere uitspraak (niet iedereen hoort erbij).
Eerst laten we de groep van de ene kant aan het woord. Zij mogen pijlen gooien: alles zeggen wat met de stelling te maken heeft. Hun mening, emotie, gedachte etc.
Daarna mag de andere kant zeggen wat ze ervan denken, voelen, willen doen. Je gaat door tot alles gezegd is wat gezegd moet worden.
Als je als leerkracht merkt dat de groep alles gezegd heeft, wat er gezegd moet worden kun je de volgende stap gaan maken. Je stelt de vraag: ‘Wat heeft geraakt?’
Vanuit dat antwoord kun je gaan zoeken naar oplossingen met de groep. ‘Hoe kunnen we dat anders doen? Wat zou er anders moeten? Is dit wat we willen? Staat dit ook in onze missie?’
En zo breng je dat wat onder de waterlijn speelde, het groepsonbewuste, boven de waterlijn. Dus in het groepsbewuste. Zodra het daar is, is het bespreekbaar en kun je verder werken aan ‘erbij horen in de groep’. Hierdoor voorkomen we dat kinderen die buitengesloten zijn, buitengesloten blijven. Want… we willen toch allemaal dat alle kinderen bij de groep mogen en kunnen horen?!