Een fijne sfeer in de groep ontstaat vaak doordat kinderen goed met elkaar kunnen samenwerken en samen spelen. Om fijn te kunnen samenwerken is ‘elkaar op een goede manier helpen’ een basisvoorwaarde. En helpen is nog niet zo eenvoudig als het lijkt. Want: werk van de ander overnemen is geen helpen. Zonder het te vragen de ander gaan helpen, wordt vaak als bemoeien ervaren. Het is eigenlijk een dun lijntje; het bevorderen van samenwerken door elkaar te helpen en het respecteren van individuele ruimte en autonomie.
Bemoeien is een teveel van helpen
Elkaar helpen is een mooi onderwerp voor een gesprek in de groep. Want, wanneer help je elkaar en wanneer wordt het bemoeien?
Wanneer je het vanuit een kernkwadrant bekijkt, zie je eigenlijk het antwoord op de vraag al:
Bemoeien is ‘een teveel’ van de kwaliteit helpen of betrokken zijn. Bemoeien is dus de valkuil waar kinderen in komen, als ze teveel van hun kwaliteit inzetten. De uitdaging ligt dus in het leren elkaar op een goede manier te helpen.
Ideeën om kinderen te leren elkaar op een positieve manier te helpen zonder bemoeizuchtig te worden:
Luisteren naar elkaar
Leer kinderen om naar elkaar te luisteren zonder direct advies te geven. Dit kan worden gedaan door middel van kringgesprekken waarin ze leren om actief te luisteren naar elkaars ideeën en perspectieven. Dit creëert een basis van begrip en empathie, waarbij kinderen leren om elkaars situaties te begrijpen voordat ze zich erin mengen.
Laat kinderen samenwerken
Samenwerking is een krachtig middel om kinderen te leren hoe ze elkaar kunnen helpen op een positieve manier. In plaats van direct oplossingen aan te dragen, moedig je samenwerking aan door groepsprojecten en activiteiten. Groepsvormingsactiviteiten kunnen hier ook helpend bij zijn. Leer kinderen om ideeën te delen, compromissen te sluiten en te werken aan gemeenschappelijke doelen. Dit versterkt niet alleen hun vaardigheden op het gebied van samenwerking, maar het zorgt er ook voor dat ze leren om elkaar te ondersteunen. Dit op een speelse, samenwerkende manier.
Eerst het proces, dan het product
Een belangrijke les voor kinderen is om te leren dat het proces net zo belangrijk is als het eindresultaat (het product). Wanneer een klasgenoot moeite heeft met een taak, leer kinderen dan aan om vragen te stellen die gericht zijn op het proces. In plaats van te vragen: “Waarom heb je dat niet eerder gedaan?”, kunnen ze vragen stellen als “Hoe kan ik je helpen met dit deel van de taak?” of “Wat denk je dat je volgende stap moet zijn?”. Dit zet de focus op het ondersteunen van de ander in hun leerproces, in plaats van het simpelweg oplossen van het probleem.
Geef ruimte aan autonomie
Naast samenwerking aanmoedigen, is het ook belangrijk om ruimte te geven voor individuele groei en een stuk onafhankelijkheid en autonomie. Kinderen moeten zich vrij voelen om hun eigen fouten te maken en ervan te leren. Dit betekent dat ze niet altijd gecorrigeerd hoeven te worden door hun klasgenoten. Leer kinderen om te herkennen wanneer het gepast is om hulp te bieden en wanneer het beter is om de ander zelfstandig te laten werken.
Wees een rolmodel in positief gedrag
Tenslotte is het van cruciaal belang jij als leerkracht in de klas een rolmodel bent als het gaat om positief gedrag. Dit betekent dat je zelf ook actief luistert, empathie toont en samenwerkt met de kinderen. Laat kinderen merken dat ze gezien en gehoord worden. Dat jij als leerkracht er bent om hen te helpen, maar er óók bent om hen zelf te laten ontdekken en te leren. Door zelf het goede voorbeeld te geven, leren kinderen hoe ze op een positieve en ondersteunende manier met elkaar kunnen omgaan.
Tip:
Heb jij een groep waarin het lijntje tussen Helpen en Bemoeien erg vaag is en ontstaan er vaak conflicten door? Maak dan eerst eens samen helder wat het verschil tussen helpen en bemoeien is.
Pak een rood en een groen A3 papier. Schrijf op het groene vel: Helpen en op het rode vel Bemoeien. En inventariseer samen in termen van concreet gedrag wat er op het groene Help-vel hoort en wat op het rode Bemoei-vel.
Stel vragen als:
‘Wat doen we in onze groep als we elkaar helpen? Hoe ziet dat eruit? Wat hoor ik jullie zeggen?’
‘Wat doen we in onze groep als we met elkaar bemoeien? Hoe ziet dat eruit? Wat hoor ik jullie zeggen?’
Als kinderen het moeilijk vinden om het onder woorden te brengen, laat ze het dan uitbeelden en ‘ondertitel’ wat je ziet. Check vervolgens of het klopt wat je gezien hebt en noteer het dan op het blad.
Vervolgens maak je een T-kaart met daarop de afspraak: Elkaar helpen en laat je de kinderen in groepjes opschrijven wat je dan ziet en hoort bij die afspraak. Bijvoorbeeld:
Je maakt het sterker door foto’ s te maken die de woorden ondersteunen.
Heb ik je zo een beetje geholpen? Of denk je nu: bemoei je er niet mee?! 😉