De afgelopen weken is het erg stil geweest op mijn site. Er is weinig geschreven. Je zou kunnen denken dat ik niks te melden heb of dat ik het erg rustig heb. Het tegengestelde is waar. Ik dompel mezelf wekelijks in ‘moeilijke groepen’. En moeilijk kan in dit geval van alles betekenen. Het woord ‘moeilijk’ voelt voor mij als een uitdaging. Mijn missie is van een ‘moeilijke’ groep een groep te maken waarin iedereen zich veilig en vertrouwd voelt op een vriendelijke manier. Het woord ‘moeilijk’ roept bij mij altijd een soort van weerstand op. Alsof er iets in naar mij naar boven komt van; Wat nou moeilijk? Dan gaan we toch op zoek naar een oplossing hoe het ‘makkelijker’ of ‘minder moeilijk’ kan worden. Van Dale omschrijft het woord ‘moeilijk’ als volgt:
Als ik dat lees, dan moet ik wel toegeven dat niet alles wat moeilijk is ‘zomaar’ oplosbaar is. Het is inderdaad slechts met inspanning op te lossen. Ik kom moeilijke kwesties tegen van groepen die niet in standje ‘AAN’ zitten tot ruis op de lijn in het contact en communicatie tussen de leerkracht en de groep. Stuk voor stuk moeilijke kwesties. Soms ook moeilijk te (be)oordelen; het bekende kip-of-ei verhaal. Is de groep nou zo lastig doordat de leerkracht te weinig inlevingsvermogen toont? Óf is het inlevingsvermogen van de leerkracht dusdanig naar de achtergrond verdrongen, doordat de leerkracht zo zijn (of haar) best moet doen om de regie over de groep te houden. In beide situaties zal er slechts door de juiste inspanning van beide kanten resultaat bereikt worden. Het standje ‘AAN’ is overigens wel een uitdaging als je als leerkracht voor groep 8 staat en de groep regelmatig voldoet aan ‘2’ van de uitleg van Van Dale. Een groep met een moeilijk karakter lijkt soms ook te bestaan. Laatst kwam ik in een groep waarin ‘boos zijn’ de norm leek. De groep zuchtte en pufte bij elke opdracht die ze kregen. En wanneer ze de uitleg niet begrepen, kreeg de leerkracht de schuld. Het was een groep die leek te consumeren wat ze werd voorgeschoteld, maar zodra het menu ze niet aanstond het regelrecht terug naar de keuken geserveerd werd. Toegegeven, ik zat af en toe met kromme tenen. Arme leerkracht! Totdat ik nog eens goed observeerde wat er nu daadwerkelijk aan de hand was; ze leken niet in standje ‘AAN’ te zitten. Standje ‘AAN’ betekent dat kinderen betrokken zijn. Betrokken bij de instructie, het werk wat ze maken, de samenwerking, op elkaar, etc. En hoe kun je dit met elkaar afspreken? Een T-kaart is hierbij een handig hulpmiddel en klinkt ingewikkelder dan het is. Op een vel papier teken je de letter T. Met daarboven de afspraak die je met kinderen maakt. Het moet een afspraak (of regel) zijn die concreet en waarneembaar in gedrag is én die positief geformuleerd is. Vervolgens splits je het op in ‘Ik zie….’ en ‘ Ik hoor….’ Of ‘Ziet eruit als…’ en ‘Klinkt als…’. Je laat de kinderen benoemen dus benoemen hoe standje ‘AAN’ er uitziet. Wederom positief geformuleerd en, ja, da’s al een flinke klus op zich. Van Dale benoemde niet voor niks ‘slechts met inspanning op te lossen’. En vervolgens ga je er samen mee aan de slag. Belangrijk is om steeds met de kinderen te reflecteren; wat ging er goed? Waar zijn we tevreden over? Wat kan er beter. En ook weer; concreet en waarneembaar gedrag. Een mooi middel om de inspanningen inzichtelijk te maken voor kinderen is het maken van een datamuur. Laat samen zien wanneer het lukte! En wanneer het een dagje wat minder was. En ook dat mag en kan af en toe best! Hoe krijg jij jouw klas in standje ‘AAN’? Laat een berichtje achter en breng zo elkaar op ideeën!
Mooi geschreven Nicole. Lijkt me inderdaad moeilijk. Waarom staat de groep niet in standje “Aan”? Of de leerkracht? Er zit altijd wel een reden achter.
Wel een uitdaging om hier samen aan te werken.
Weer mooi geschreven Nicole! Ik zie en ik hoor zijn mooie voorbeelden om het concreet te maken, ik ga met de T-kaart aan de slag.
Dank je Ivonne. Mooi om te lezen dat ik je op een idee heb gebracht! Ben benieuwd naar de uitwerking én het effect. ? Succes!