Een paar weken geleden hield ik gesprekken met groepjes kinderen uit een groep 7. Ze zaten al een aantal jaren bij elkaar in de klas, maar hadden in groep 6 geen positieve klik met de leerkracht. Daardoor ontstond er een gevoel van onveiligheid in de groep. Kinderen hadden het gevoel niet gezien en gehoord te worden en konden niet zichzelf zijn. Tijdens de gesprekken zei een jongen letterlijk: ‘De juf gaf écht altijd mij de schuld. Ze zei zelfs tegen me dat ik een rotkind was. Ik wist op een gegeven moment ook niet meer hoe ik het goed moest doen. Dus deed ik maar wat.’
Overlevingsstand
Het eerste wat toen in mijn opkwam was: Arm kind! Maar ook… arme juf. Ze deed het vast niet expres, maar uit onmacht. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat je als leerkracht bewust kinderen zó benaderd. Als leerkracht wil je een fijn leer- en leefklimaat in je groep creëren. En als dat niet lukt, krijg je stress. En dan gaat je brein het overnemen; het reptielenbrein. Je komt in de overlevingsstand en gaat vechten, vluchten of bevriezen. Door de stress van de leerkracht, ervaart de groep automatisch ook stress. Dus ook de groep zal in de vecht-, vlucht-, of bevries-modus belanden.
Hoe merk je dat aan een groep?
Vechten: druk zijn, agressief zijn, een grote mond hebben, clownesk gedrag laten zien, altijd een weerwoord hebben, schreeuwen, meteen in de verdediging gaan.
Vluchten: teruggetrokken, weglopen uit de klas, spijbelen, dagdromen, anderen vermijden, ongemotiveerd zijn, ‘onzichtbaar’ zijn.
Bevriezen: verdoofd zijn, een lege blik laten zien, geen antwoord geven op vragen, verstarren, nergens op reageren.
In de groep waar ik de gesprekken mee had, waren er verschillende mechanismen in gang gezet. Zo was er veel drukte en onrust in de groep (vechten), waren er kinderen die zich helemaal teruggetrokken hadden en die een soort van ‘onzichtbaar’ werden in de klas (vluchten). En er waren kinderen eigenlijk nergens op reageerden, geen antwoorden meer gaven op vragen en dus in de bevries-modus zaten.
Wens van de groep
Uit de gesprekken kwam ook naar voren dat de kinderen veel vertrouwen in hun huidige juf hebben. De juf is heel duidelijk. Geeft duidelijk aan wat ze van de groep verwacht. En, er wordt meer opgelost door het er met elkaar over te hebben. De gesprekken waren nog maar het begin. Want, ze wilden het écht wel graag anders: meer rust in de klas, een betere sfeer door aardig te zijn voor elkaar, elkaar kunnen vertrouwen en rekening houden met elkaar. Maar ook: meer één groep zijn en iedereen hoort erbij!
Bouwstenen
Toen ik het voor de terugkoppeling naar de groep zo bij elkaar zette, was het nogal veel. We moesten het dus terugbrengen naar een aantal woorden. Daar kwam uit: Vertrouwen, Rust, Respect voor elkaar, Fijne sfeer, Aardig zijn. Van daaruit is de groep, samen met de leerkracht, aan de slag gegaan met de bouwstenen; hoe ziet het eruit? En is de leerkracht Regie gaan voeren op het proces.
Reflectie-ritme
Het mooie is dat de leerkracht echt een ritme heeft gevonden om steeds met de groep te kunnen blijven reflecteren op het proces. Het belangrijkste wat in de groep speelde, was dat ze elkaar weer konden vertrouwen. Er was namelijk steeds de aanname, door een aantal kinderen, dat er geroddeld werd. En dat maakte het onveilig. Door steeds terug te komen op het onderwerp en te checken wat er nu precies gebeurd en besproken was, kwamen de kinderen tot het inzicht dat er eigenlijk helemaal niet geroddeld werd. Alleen…. Dat sommige dingen een beetje onhandig verwoord werden. Door het bespreekbaar te maken, kwam het boven de waterlijn (in het groepsbewuste) en kon de leerkracht er samen met de groep aan werken.
Routines
Maar ook door duidelijke routines en afspraken kwam de veiligheid weer terug in de groep. De leerkracht was heel duidelijk in wat zij van de kinderen verwachtte en dat vonden ze ook fijn. Ze werkte ook hard aan de relatie met de groep: kinderen écht zien! Contact leggen. Begrip tonen. Veel positieve waardering uitspreken. En de groep mee laten denken over hoe dingen opgelost konden worden. Zó’n prachtig proces!
Klep dicht!
Nu even terug naar mijn observatie. Al schrijvende hoor ik dus ineens in duidelijke, ferme taal van juf: ‘Klep dicht!’.
Ik schrik. Kijk de klas in. Zie de groep niet schrikachtig reageren. Dus ik dacht: Huh?! Ik maak even snel een aantekening en hoor de leerkracht zeggen:
’Ja, ook Jesse. Klep dicht!’.
Wankel
Ik was even van slag. Ik dacht: dit zég je toch niet tegen kinderen! In de nabespreking gaf ik dit moment terug aan de leerkracht. En ook wat het met mij deed. Ze keek me aan en begon te lachen. Ze stelde me de vraag:
’Heb je ook gezien wáárom ik het zei en wat er vervolgens gebeurde?’
‘Uh, nee niet precies. Eerlijk gezegd heb ik het alleen maar gehóórd, omdat ik aan het schrijven was.’
‘Ze moesten de klep van hun laptop dichtdoen voor de instructie. Dat weten ze, dat is een afspraak. Als ik zeg ‘Klep dicht’, moeten dus de laptops gesloten worden. Maar jij dacht waarschijnlijk dat ik iets anders bedoelde, hun mond.’
Ik antwoordde een beetje met schaamte:
’Uh ja…. Eerlijk gezegd wel…, dus vandaar dat ik ervan schrok.’
‘Nee joh! Zo bedoelde ik het niet en dat weten de kinderen. Dat hoort gewoon bij onze routine! Het komt er misschien voor jou alleen een beetje rottig uit, maar ja, zo zijn wij hier! Gewoon lekker duidelijk!’
Toen kon ik met haar meelachen en voelde mezelf wel een beetje onnozel. Een provinciaaltje in het Westen. Zoiets? Dat ze het ‘gewoon’ was, bleek wel uit de reactie van de groep. Die vonden het prima. Lekker duidelijk. Dat vonden ze fijn.
Deze groep leek een trauma opgebouwd te hebben, doordat ze te vaak in de vlucht-, vecht-, bevries-modus hadden gezeten door de onmacht van de vorige leerkracht. Begrijp me niet verkeerd, dit is geen oordeel, maar een soort van conclusie.
Trauma
Een trauma betekent wond, het gevolg van iets, het gevolg van een beschadiging.
Wat de huidige leerkracht doet, zou je kunnen vangen onder de noemer ‘Traumasensitief lesgeven’ (Horeweg, 2022). De principes hiervan zijn:
Prijs het kind of de groep veelvuldig, maar kraak het nooit af.
Geef positieve waardering.
Behoud hoge verwachtingen.
Check je aannames, observeer goed en stel vragen.
Word 'relatiecoach'.
Wees rolmodel en laat je klas meehelpen.
Ik zie en zag het de huidige leerkracht als vanzelf doen. Samen met de wens van de groep zijn ze ‘op missie’. En…. Bewandelen de weg naar een fijne, positieve groep. Inclusief de duidelijkheid van de juf met de ‘Klep dicht!’. 😉
Gebruikte literatuur:
De traumasensitieve school – een andere kijk op problemen in de klas (Horeweg, 2022)