Mijn vriend en ik zijn gezellig aan het kletsen. Ik zeg dan op een gegeven moment iets. Dan zegt hij: ‘Wat zeg je?’ Zeg ik het nog een keer. ‘Ik hoor je niet zo goed, wat zeg je nou?’ Dan zeg ik het nog een keer en dan hoort ‘ie me pas.
Het voelt dan alsof ik mezelf en die iemand dan ook wel teleurstel. Zoiets.
(…. zit alleen op een muurtje en kijkt naar de spelende kinderen….)
En na de operatie denk ik dat ik me inderdaad wel wat beter voel. Dan zullen kinderen me beter verstaan. En dan kan ik kinderen ook wat blijer maken. Zodat zij ook niet steeds ‘wat zeg je’ hoeven te zeggen. Ik hoop dat ik dan wel meer bij de groep kan horen…..
Zomaar zappend kom ik dit tegen, zap door en… zap terug. Het raakte me tot in mijn laatste vezel. Een jongen, geboren met schisis die vertelt dat hij binnenkort geopereerd wordt. Hij vindt het reuze spannend. Kan perfect onder woorden brengen hoe hij zich voelt, hoe hij de anderen in zijn klas ziet en wat hij graag wil; erbij horen! Maar voelt zich een zondebok; hij krijgt geprojecteerd dat anderen hem niet verstaan.
In de TA (Transactionele Analyse, Berne 1977) wordt dit een levenspositie genoemd; een positie van waaruit we naar het leven van anderen en onszelf kijken. Er zijn verschillende posities van waaruit je kunt kijken.
- Ik ben oké, Jij bent niet oké (de arrogante positie)
- Ik ben niet oké, jij bent niet oké (de hopeloze positie)
- Ik ben niet oké, jij bent oké (de hulpeloze positie)
- Ik ben oké, Jij bent oké (de gezonde positie)
Er is altijd een positie die in ons mensen meer aanwezig of dominant is. Deze positie wordt in je eigen leven gevormd en door ervaringen bevestigd. Stel je nu eens voor; jouw groep. De groep kinderen die je elke dag een veilige, vertrouwde en leerzame plek in jouw klas geeft. Wanneer je als leerkracht als meest aanwezig positie de ‘Ik ben oké, jij bent niet oké’ positie hebt, zul je de groep op een andere manier benaderen dan wanneer jouw meest aanwezige positie ‘Ik ben oké, jij bent oké’ is.
Wat zou er gebeuren als jij als leerkracht vanuit deze positie de groep benadert? Ik kan me voorstellen dat je de touwtjes in handen wilt blijven houden, jij bepaalt wat de regels en afspraken zijn, want jij weet als geen ander wat jouw groep te leren heeft. Wat je ziet is dat jij bepaalt wat er gebeurt, zonder de kinderen daar in mee te nemen. Zij zijn tenslotte ‘niet oké’ (lees: ze hebben nog veel te leren). Het ‘niet oké’ hoeft niet te betekenen dat je ze niet positief benadert of dat je geen veiligheid in de groep creëert. Echter, het kan wel een soort van ‘schijnveiligheid’ zijn. Wanneer de groep ‘aanvoelt’ dat zij ‘niet oké’ zijn, kan dit in het groepsonbewuste (het onderwaterprogramma van de groep) gaan opspelen. De kinderen hebben misschien het gevoel niet gehoord en gezien te worden en passen hun gedrag daarop aan. Ze willen namelijk wél gehoord en gezien worden.
Het niet gehoord of gezien voelen, is lastig waar te nemen. Vooral als jij als leerkracht vanuit de ‘Ik ben oké, jij bent niet oké’ positie de groep benadert, zul je veel signalen missen. Je hebt een soort van blinde vlek. Of wanneer het niet lekker loopt in de groep en je in de ‘Ik ben niet oké’-positie terecht komt. Ook dan zul je minder je voelsprieten uit hebben staan om onder water te duiken.
Wanneer je echter goed observeert en op zoek gaat naar gedragspatronen van kinderen in de groep die zich steeds weer herhalen, ontdek je de rollen in de groep, het weefsel van de groep (Kramer, 2014). Rollen kunnen volgens Deep Democracy alles zijn:
‘Een rol is een emotie, mening, rol, fysiek symptoom, gedachte, gedrag, archetype… Dus ook het opkomen van plotselinge hoofdpijn is een rol, de toevalligheid dat er bij een training alle mannen aan de ene kant zitten en de vrouwen aan de andere kant. Zelfs het vallen van een kopje is een rol. Kortom, een rol is bloody f*cking everything.’’ (Kramer, 2014)
Als ik dan terugkijk naar waar ik mee begon, de jongen, alleen op een muurtje. Dan zouden verdriet en angst passende rollen kunnen zijn. Maar nog meer de ‘ik wil erbij horen-rol’. Het bijzondere van de roltheorie uit Deep Democracy is dat rollen als het ware als magneetjes door een groep zweven en er telkens iemand anders is die zich aangetrokken voelt tot ‘die’ rol en deze ’tot zich neemt en zich ermee identificeert. Dit betekent dus dat er meer kinderen in de groep zitten die dit voelen en ervaren. Een rol is altijd groter dan het individu. Dus wanneer de jongen, na zijn operatie, het gevoel heeft er wél bij te horen, is er altijd weer een ander die de rol overneemt. De zondebok is een rol en een rol is groter dan een individu….. Volg je me nog? Dus wanneer we de zondebok uit de groep halen, is het probleem niet opgelost!
Oké; ik ben oké en jij bent oké. Zullen we er samen voor zorgen dat we de spanning in de groep(en) oplossen? Dan heeft de groep geen behoefte meer om een zondebok aan te wijzen en de rol uit de groep verdwijnt? Ik hoor je nu denken: maar hoe dan?!
Maak het gedrag wat je ziet vloeibaar! Laat kinderen even hun ‘uitspattingen’ doen. Geef ze one-minute-of-fame of one-minute-to-express. Ze mogen even gewoon zeggen wat er op hun hart ligt. En begin zelf! Zonder oordeel. Laat ze dingen benoemen die ze lastig vinden, vervelend vinden en accepteer wat ze zeggen. Spreek uit dat je ook van de rest van de groep verwacht dat ze even niet reageren. Vat aan het eind neutraal samen wat je gehoord. Doordat de rol vloeibaar is geworden, nemen de kinderen een deel van hun projectie terug. Het ‘probleem’ van de zondebok is verspreid en het kind wordt uit zijn rol bevrijd en kan weer meer zijn dan alleen ‘ik hoor er niet bij’. De onderlinge relaties veranderen en het gaat weer positief stromen in de groep.
Ik gun het Don zo! Na de operatie kwamen veel klasgenootjes op bezoek. Wat een enorm fijn gevoel moet dat geweest zijn. Hij hoorde erbij! Hij stelde zijn klasgenootjes (voor zijn gevoel) niet teleur. Ik gun het Don en alle andere ‘Don’s’ bij de groep te horen. Hij is oké, zij zijn oké! En zo zou het in alle groepen moeten zijn.
….. ik ga ervoor! Jij ook?
En mocht je de aflevering ook willen zien, klik hier
Prachtig stukje Nicole.
Dit zinnetje bleef de rest van de uitzending in mijn hoofd hangen: “Ik hoop dat ik dan ook andere kinderen blij kan maken!”
Voor hoeveel andere kinderen geldt dit ook, om welke reden dan ook!!!
Dank je.
Dank je Léon! Ook bij mij blijft dit stukje hangen; kippenvel! Ook wel een soort van verdrietig gevoel.
En daarom vind ik wat ik doe zo belangrijk! Mijn passie.