Afgelopen week weer gestart na twee weken Kerstvakantie. Een vakantie waarin je even niks moét. Nou ja, voor mezelf moest ik wel wat: genieten, uitrusten en bijtanken afwisselen met het lezen van vakliteratuur en ‘mijn droom en passie’ verder vorm geven. Zo’n eerste week is het dan toch weer even wennen en van rustig opstarten is geen sprake, want de Cito’s komen er aan. In de loop van de week kwam een jongen mijn kantoor binnen lopen, na de eerste dagen al minimaal drie keer per week ‘met een smoesje’ bij mij geweest te zijn: ‘Juf, mijn hoofd zit vol’. Mijn eerste gedachte was ‘Nu al? We hebben net vakantie gehad!’ Maar toch even de tijd genomen om een gesprek aan te gaan. Wat bleek, zijn hoofd zat vol met niet-helpende-gedachten m.b.t de Cito’s. Er waren toch écht een heleboel redenen waarom het toch écht niet zou gaan lukken.
In eerste instantie ben je in deze situatie geneigd meteen te denken ‘Hij heeft gewoon aandacht nodig (beoordelen)’. Maar als je kijkt met de bril ‘wat hij op dit moment aan het leren is of wat hij bedoelt’ dan zie je iets anders. Als we kijken naar de regiefuncties van kinderen, dan lijkt de regiefunctie ‘perceptie’ en de onderliggende vaardigheden als ‘vertrouwen dat het lukt’, ‘ik mag fouten maken’, ‘ik vertrouw mezelf’ (Van Loon, 2016) nog niet voldoende ontwikkelt. De leerkracht kan het kind ondersteunen door te begeleiden met kleine stappen en succeservaringen op te laten doen.
Pas wanneer de leerkracht een verantwoordelijke basishouding heeft, worden kinderen gezien en voelen ze zich veilig. Veilig voelen maakt de kans op ontwikkeling groter.
Nadat ik zijn niet-helpende-gedachten had omgebogen naar helpende-gedachten ging hij weer rustig en met een glimlach terug naar de klas: ‘Dank je wel juf!’ De rest van de week kwam hij zwaaiend langs gelopen. En de leerkracht reageerde; ‘Ik dácht al dat er wat aan de hand was, hij was zó onrustig! En nu gaat het ineens beter!’