Afgelopen week sprak ik een leerkracht die net terug was van het kamp met groep 8. Het was zo’n groep waarvan de leerkrachten aan het begin van het schooljaar dachten: pfff, hoe gaan we dit jaar doorkomen? Laat staan drie dagen kamp…
Deze groep 8 zat vol dynamiek. Veel grote monden, luisteren naar elkaar vonden ze moeilijk. Ze hadden eigenlijk constant aansturing nodig én de blik van een volwassene. Zodra ze ‘alleen’ waren, namen ze het heft in eigen hand en dezen precies waar ze op dat moment zin in hadden. Een sterke behoefte aan autonomie, maar nog weinig zicht op wat verantwoordelijkheid eigenlijk ín de praktijk betekent. En dan toch dat kamp….
Een spannende stap
Zowel voor de kinderen als de leerkrachten liep de spanning in de aanloop naar het kamp flink op. Maar deze leerkrachten besloten het anders te doen. Niet vertrekken met de hoop dat het ‘wel losloopt’. Niet met de instelling we zien wel waar het schip strandt. Nee, ze namen regie. En die begon al vóór het kamp.
Samen met de klas formuleerden ze een missie:
Wat willen wij met dit kamp? Wat is ons doel? Hoe willen we dat het voelt als we straks weer thuiskomen?
Geen oppervlakkig lijstje als ‘het moet leuk zijn’ of ‘we gaan lol maken’. Maar échte kernwoorden: veiligheid, gezelligheid, samenwerken, verbinding. Woorden die iets vroegen van ieder kind. En ook zeker van de groep als geheel.
En daar bleef het niet bij
Ze maakten afspraken. Échte afspraken. Niet die van “we doen aardig” (want: wat ís dat dan precies?). Maar afspraken die tastbaar waren. Ze gebruikten T-kaarten: Wat zie ik als iemand zich aan de afspraak houdt? Wat hoor ik dan?
De kinderen dachten mee. En de leerkracht borg de afspraken goed. Niet alleen op papier, maar in gesprekken. In reminders. In de opbouw van het programma. In de manier waarop ze de dag openden en afsloten.
En dan dat andere, oh zo belangrijke ingrediënt: grenzen.
De kinderen wisten precies waar de grens lag. Geen stiekem sjoemelen. Geen grijze zones of ‘ach, laat maar even gaan’. Nee: duidelijk, liefdevol én consequent.
De insteek was: “Als jullie de grenzen respecteren, kunnen we álles samen. Maar als je de grens overgaat, dan volgt er ook een duidelijke consequentie. Niet als straf, maar omdat we het sámen fijn willen houden.”
En wat er gebeurde?
Het kamp werd een succes. Niet omdat het allemaal vanzelf ging. Niet omdat het ineens een brave bende was. Maar omdat er structuur was. Een gezamenlijke richting. Duidelijke kaders. En omdat de kinderen verantwoordelijkheid mochten nemen.
De leerkracht vertelde me achteraf:
“Het voelde alsof ik vooraf iets had neergezet waar we steeds op terug konden vallen. We hoefden onderweg geen strijd te voeren, want we hadden samen al bepaald: dit is wat we belangrijk vinden. En dát maakte het verschil.”
5 kampspelen die écht iets doen voor de groep
Op zoek naar spellen die je missie ondersteunen? Deze vijf zijn échte groepsbouwers:
Blind parcours
Laat duo’s een parcours afleggen waarbij één kind geblinddoekt is en de ander alleen met stem mag sturen. Vertrouwen, focus én veel lol.
Samenwerkingsestafette
In teams werken aan opdrachten zoals water vervoeren met een spons, een pingpongbal door een buizensysteem leiden of een bouwopdracht zonder praten. Plezier én afstemming gegarandeerd.
De knoop
Laat de hele groep in een kring staan en met ogen dicht twee willekeurige handen vastpakken. Ogen open… en samen proberen de ‘menselijke knoop’ te ontwarren. Lukt het zonder los te laten?
Vlaggenroof met teamrollen
Een klassieker met een twist: geef elk team rollen mee (zoals coach, verkenner of onderhandelaar). Zo leer je samenwerken, overleggen én elkaar versterken. Dit kan ook bijvoorbeeld tijdens een spel als het dierengeluidenspel, stratego of een speurtocht door het bos.
Missiekaartje trekken
Elke ochtend een kaart met een groepsmissie trekken, zoals: “Vandaag zorgen we dat niemand alleen loopt bij het wandelen.” Of: “Iedereen krijgt vandaag minstens één compliment.” Kleine dingen, groot effect.
Of je nu nét terug bent van kamp of nog met licht klamme handen aan het inpakken bent: dit zijn de momenten waarop je klas leert wie ze zijn als groep. En daar geef jíj richting aan.
En vergeet niet: Kampmomenten blijven hangen. Niet door wat er allemaal gebeurde, maar door hoe je het samen hebt gedaan. Dát maakt van een klas een groep. Ook al gaan ze na een paar weken afscheid van elkaar nemen.
Wil je hier meer over lezen? In mijn boek Van onrust naar rust – Hoe je van jouw klas een groep maakt geef ik je volop inspiratie, voorbeelden en praktische werkvormen om van jouw klas een hechte groep te maken.
Nieuwsgierig? Kijk dan even op deze pagina waar je mijn boek kunt bestellen.