Heb jij het geluk dat je altijd een fijne groep hebt? Natuurlijk, het ene jaar gaat het wat makkelijker dan het andere jaar. Maar er is eigenlijk nooit een moment dat je denkt: Nu weet ik het écht niet meer. En toch…. ik kan niet in toekomst kijken, maar de kans is groot dat je een keer zo’n groep tegenkomt waarvan je denkt: Hoe ga ik dít varkentje wassen? Aan welke knop moet ik het eerst gaan draaien om weer meer rust in de groep te creëren? Zo’n groep heb ik nu. Nou ja, ik heb zelf natuurlijk niet zo’n groep, maar begeleid een leerkracht met zo’n groep. Ze zegt zelf: ‘Ik sta toch echt al ruim 18 jaar voor de klas, maar dít heb ik echt nog nóóit meegemaakt wat hier gebeurt. En er gebeurt zó veel! En vooral zoveel boosheid!’
En eerlijk is eerlijk, ik heb geobserveerd in de groep en er gebeurt écht heel veel. Het zijn van die golven die opkomen en uitrollen. Joshua wordt druk, begint te wiebelen op zijn stoel. Mathijs , die erachter zit, raakt geïrriteerd en het reageren op elkaar begint:
‘Hou op!’
‘Waarmee? Ik doe toch niks?”
‘Wel! Je wiebelt met je stoel! En dat vind ik irritant!’
De juf: ‘Jongens, stop daar eens mee. Joshua stop met wiebelen en Mathijs wees stil. Dan kan iedereen de instructie volgen.’
De jongens blijven zacht mokken en mopperen naar elkaar. Maar inmiddels reageert er niemand meer op. De kinderen in de groepjes zie je kijken met een blik van: ’We zeggen maar niks, want dan begint het weer.’ Een aantal gaat ook boos kijken.
Boos of aandacht?
De juf gaat verder met de uitleg rondom het maken van de T-kaarten. De groep is van het doen, dus ze luisteren aandachtig naar wat de opdracht wordt, want daarna mogen ze aan de slag: Laten zien hoe ‘Rekening houden met elkaar’ eruit ziet in concreet gedrag.
Ze mogen het opschrijven in groepjes. Maar… er komt niks uit. Ze komen alleen met voorbeelden van dingen die ze niet moeten doen. Wanneer de juf uitlegt dat het juist helpt als ze dingen opschrijven die ze wel moeten doen, ontstaat er in verschillende groepjes boosheid naar elkaar. Sommigen gaan met hun armen over elkaar zitten: ‘Ik doe niet meer mee!’.
De juf zucht… en ik zie haar denken: Daar gaan we weer!
Als ik de klas rondkijk zie ik bakjes staan op de kast bij de deur met daarop:
Blij – Normaal – Verdrietig – Bang – Boos -Moe
Wat me opvalt is dat er van de 22 stokjes, wel 9 stokjes bij boos staan! Boosheid lijkt dus een rol te zijn in deze groep. Net op het moment dat ik me dat besef hoor ik de juf zeggen:
‘Oké, dan maken we morgen een foto van Rekening houden met elkaar en hangen die bij de T-kaart. Fatima en Eva, willen jullie dat morgen nog een keer laten zien?’
‘En waarom mogen wij dat dan niet?!’ Klinkt het ineens uit een andere hoek van de klas.
‘Ons groepje wil ook wel op de foto hoor! Wij mogen ook nooit iets!’ (Boos!)
Moeilijk om kunnen gaan met emoties
In de nabespreking zegt de leerkracht: ‘
Het is de hele dag boos hier! Ik word er zelf sacherijnig van. Ik kan niks zeggen of er wordt wel iemand boos! Ik heb het gevoel het nooit goed te kunnen doen. Ik probeer echt wel leuke dingen met de groep te doen. Maar er is altijd wel iemand die niet mee wil doen en dus boos wordt. Of als ze hun zin niet krijgen, dan worden ze boos. Ze willen persé wat de ander ook heeft of wat de ander ook mag. En vervolgens worden er nog een paar boos. Met als gevolg dat ze soms ook gewoon de groep uitlopen. Dit kán toch niet!
Wat mij opvalt tijdens de observatie is dat de groep van het doen en in contact zijn is, maar zodra er iets gevraagd wordt rondom emoties, gevoel of gedrag, ze daar moeilijk woorden aan kunnen geven. Ze kunnen het beter laten zien of uitspelen. De leerkracht geeft aan dat er in de streek vooral een ‘hard-werken-mentaliteit’ is. Niet praten, maar gewoon aan het werk. Dit zie je eigenlijk ook terug in de klas. Ze kunnen moeilijk woorden geven aan hun emoties en raken gefrustreerd. Dat uit zich in boosheid.
Én die boosheid levert ze wat op; ze hoeven een taak niet te doen of in ieder geval een stukje uitstel. En ze krijgen aandacht. Iets wat je óók terugziet in de groep. Ze vragen constant aandacht. En als de een aandacht krijgt, wil de ander ook. Anders lijkt het niet eerlijk.
Omgaan met boosheid in de groep
Hoe kun je als leerkracht goed omgaan met die boosheid in de groep?
Boosheid is een natuurlijke emotie die we allemaal ervaren, ook kinderen. Als leerkracht is het belangrijk om effectieve manieren te vinden om met boosheid in de klas om te gaan.
Herken signalen
Kinderen zijn verschillend in het uiten van hun boosheid. Sommigen worden stil en teruggetrokken, terwijl anderen juist uitbarstingen vertonen. Als leerkracht is het belangrijk om de signalen van boosheid te herkennen. Let dus op lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen en veranderingen in gedrag.
Creëer een veilige ruimte
Moedig kinderen aan om hun emoties te uiten. Creëer een veilige omgeving waarin ze weten dat het oké is om boos te zijn, maar dat er ook constructieve manieren zijn om met deze emotie om te gaan. Wanneer een kind zich veilig voelt, zal het ook minder tot boosheid komen.
Onderzoek de oorzaak
Probeer de onderliggende oorzaak van de boosheid te achterhalen. Soms ligt de bron ergens anders en projecteren kinderen hun gevoelens op situaties in de klas. Een open gesprek kan heel verhelderend zijn en geeft de mogelijkheid om te het probleem aan te gaan pakken.
Leer ze effectieve emotieregulatie
Help kinderen bij het ontwikkelen van vaardigheden voor emotieregulatie. Leer ze strategieën zoals even diep ademhalen, tellen tot tien, of even afstand nemen. Oefen dit regelmatig, zodat ze een automatisme worden. Soms helpt het ook om het zichtbaar te maken met een rode-oranje en groene smiley.
Communiceer met ouders
Houd korte lijntjes met ouders. Bespreek boosheid en emotieregulatie, deel met hen de strategieën die in de klas worden gebruikt, zodat zij die thuis ook kunnen gebruiken.
Reflecteer op jouw eigen reacties
Als leerkracht fungeer je als rolmodel. Reflecteer op je eigen reacties op boosheid en laat zien hoe je zelf met emoties omgaat.
Onderzoek eens bij jezelf in welke kernwaarden jij geraakt wordt wanneer een kind boos wordt? Wat roept dat bij jou op en wat is daardoor jouw reactie? Wat zou je kunnen helpen dit anders te doen?
Het omgaan met boosheid in de klas vraagt geduld, begrip en begeleiding. Door deze tips toe te passen, kunnen je als leerkracht een positieve invloed hebben op de emotionele ontwikkeling van de kinderen in jouw groep en een veilige en ondersteunende leeromgeving bieden.
Tegelijkertijd is het interessant om te kijken naar de ‘rol’ boosheid in de groep vanuit de roltheorie van Mindell en hoe je dat in de groep kunt keren. Dat bewaar ik voor mijn volgende blog. Dus over twee weken nog meer over boosheid in de groep. 😉