Naast het begeleiden van leerkrachten met ingewikkelde en dynamische groepen, begeleid ik ook leerkrachten in hun Persoonlijk Meesterschap. Toen ik mijn bedrijf begon, had ik als ondertitel ‘de Eerste stap naar Meesterschap’. In de loop van de jaren gebruik ik het eigenlijk niet meer, maar toch blijft het passend bij wat ik doe. Meesterschap in het onderwijs start volgens mij altijd met het hoe je naar je groep kijkt en hoe je naar kinderen kijkt. Zie jij als leerkracht wat een groep nodig heeft? Of wat het individuele kind nodig heeft? En nee, je kunt niet elk kind apart bedienen, maar wat dan wel?

Belangrijke taak van de leerkracht

Volgens mij is de belangrijkste taak voor de leerkracht dat een kind zich gezien en gehoord voelt. Van daaruit ontstaat groei en ontwikkeling. Als een kind de verbinding met de groep en de leerkracht niet voelt, zich niet competent voelt en zichzelf niet kan zijn, belemmert dat de ontwikkeling. Het gaat dus om de psychologische basisbehoeften relatie, competentie en autonomie (Stevens, 2004). In mijn vorige blog schreef ik hier ook al over, maar deze keer gaat het er vooral om hoe jij zelf als leerkracht er naar kijkt. Dus vanuit welke bril.

Hoe kijk jij?

Als jij door deze brillen naar jouw groep kijkt, wat valt jou dan op? Waar leg jij voor jezelf het accent?
Zit je meer op de relatie?
‘Het gaat mij om verbinding, vertrouwen krijgen, dan komen ze tot leren. Dan worden ze vanzelf in relatie en autonomie voorzien.’

Of gaat het bij jou vooral om het stuk competentie?
‘Ze moeten vooral veel goede instructie krijgen, dan voelen ze zich competent en volgen relatie en autonomie vanzelf’.

Of kijk jij vooral door de bril van autonomie?
‘Als ze leren om het zelf te kunnen, dan bouwen ze automatisch aan de relatie en competentie.’

Waarin herken jij jezelf het meest?

P

Ik ben een RELATIE-leerkracht:

  • Ik geef kinderen het vertrouwen dat ze gesteund en gestimuleerd worden. Ik ben zichtbaar aanwezig, zonder de autonomie van de kinderen aan te tasten (pamperen).
  • Ik heb vertrouwen en ga ervanuit dat kinderen iets kunnen. Door mijn positieve houding zorg ik ervoor dat kinderen de verwachtingen die ik heb beantwoorden (self fulfilling profhecy).
  • Ik maak verwachtingen helder door doelen en opdrachten duidelijk te formuleren, zodat kinderen precies weten wat ze moeten doen. Ze kunnen dus meteen aan de slag.
  • Ik geef positieve feedback op de antwoorden die kinderen geven, maar ook op hun gedrag. Ik benoem gewenst gedrag en ben me bewust van de verhouding 3:1 (Wat gaat goed? Wat kan beter?)
  • Ik toon respect en waardering voor de kinderen. Ik spreek veel in termen als ‘wij’ en ‘ons’, maar heb ook oog en oor voor het individu en wat zij belangrijk en interessant vinden.
,

Ik ben een COMPETENTIE-leerkracht:

  • Ik vier en beleef successen met de kinderen bewust. Ik besteed daar veel aandacht aan. En kan oprecht trots zijn op het behaalde resultaat.
  • Ik besteed aandacht aan succes en falen. Wat maakt dat iets wel of (nog) niet gelukt is? Ik geef kinderen daar inzicht in, waarbij ik inga op inspanning en hulp vragen.
  • Ik geef feedback op gewenst gedrag. Bij ongewenst gedrag benoem ik niet alleen wat ik waarneem, maar laat ook weten welk gedrag wél gewenst is.
  • Ik maak duidelijk wat het leren oplevert; maak kinderen bewust van hun eigen ontwikkeling.
  • Ik waardeer competenties van kinderen in het algemeen. Benoem hun kwaliteiten en talenten, ook wanneer het niet-schoolse dingen betreft.
  • Ik heb oog voor de manier waarop kinderen leren. Ik kijk ook hierbij naar hun kwaliteiten en talenten.
s

Ik ben een AUTONOMIE-leerkracht:

  • Ik stimuleer de eigen inbreng van kinderen. Ik maak verbinding tussen hun school- en leefwereld.
  • Ik laat kinderen persoonlijke betekenis geven aan wat ze moeten doen. Daarmee vergroot ik het gevoel van eigenaarschap.
  • Ik stel samen met de groep regels en afspraken op en maak de groep medeverantwoordelijk voor het opvolgen hiervan.
  • Ik geef de kinderen verantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld voor taken en groepsrollen.
  • Ik bied de kinderen keuzemogelijkheden in hoe ze hun taken uitvoeren en kinderen hebben ook keuze in taken en opdrachten.
  • Ik geef feedback gericht op de aanpak of vraag de kinderen zelf te reflecteren op wat ze doen. Wat ging goed? Wat kon beter? Hoe doe je het de volgende keer?
  • Ik pas didactische werkvormen toe, waarbij ik rekening houd met interesse, niveau en zelfstandigheid.

Bron: CAR-model leerklimaat. Hogeschool Rotterdam.

En? Door welke bril kijk jij het meest? Waar ben jij het meest bewust mee bezig? Is het bij jou evenredig verdeeld?
Of: door welke bril zou je wat meer willen kijken? En wat heb je daarvoor nodig?
Ik denk graag met je mee!

Je bent er bijna!

Waar mag ik het e-book naartoe sturen?

Privacyverklaring

Check de mail om het e-book te downloaden!

Je bent er bijna!

Waar mag ik het e-book naartoe sturen?

Privacyverklaring

Check de mail om het e-book te downloaden!

Je bent er bijna!

Waar mag ik het e-book naartoe sturen?

Privacyverklaring

Check de mail om het e-book te downloaden!

Op zoek naar snelle groepsvormers?

Download dan het gratis e-book met 15 snelle groepsvormers voor buiten én binnen.

Privacyverklaring

Check de mail om het e-book te downloaden!

Wil je 15 Snelle Groepsvormers?

Wil je 15 Snelle Groepsvormers?

In dit praktische e-book heb ik 15 snelle Groepsvormers voor je verzameld die je binnen én buiten kunt doen. Voor jouw groep én voor jouw team.

Nieuwsgierig?

Vul het formulier in en ontvang het e-book in jouw mailbox.

Check de mail om het e-book te downloaden!